
Raad voor de Journalistiek: Media moeten uitspraken royaler publiceren
De Raad voor de Journalistiek heeft in 2024 voor het eerst de voorwaarde gesteld aan klagers dat hun klachten alleen in behandeling worden genomen als zij afzien van juridische stappen omtrent dezelfde publicatie. Met deze ‘dejuridisering’ wil de Raad tegemoetkomen aan het bezwaar van media dat de Raad misbruikt zou kunnen worden als ‘voorportaal’ voor de rechter.
Daarbij is het wel van belang dat klagers die in het gelijk worden gesteld, erop kunnen rekenen dat media royaal gehoor geven aan oproepen van de Raad om conclusies te publiceren (al dan niet in samenvatting).
Frits van Exter, voorzitter van de Raad, constateert in het Jaarverslag 2024 dat media daar nog onvoldoende gehoor aan geven. Van de zeven redacties waartegen de klacht (deels) gegrond was, hebben slechts vier daar in de eigen publicatie melding van gemaakt. ‘Het rijmt niet met de in journalistieke kring zo vaak beleden belofte om meer transparant te zijn omwille van het vertrouwen van het publiek’, aldus Van Exter.
In 2024 heeft de Raad voor de Journalistiek 93 klachten ontvangen, waarvan er 61 in behandeling zijn genomen. In de afgelopen vijf jaar ontving de Raad gemiddeld 96 klachten per jaar. Mede doordat klagers om verschillende redenen klachten niet hebben doorgezet, heeft de Raad uiteindelijk 33 conclusies genomen: 7 (deels) gegrond, 20 deels (ongegrond) en in 6 zaken een andersluidende uitspraak. Daarnaast zijn 26 klachten afgedaan met een beslissing van een vicevoorzitter en secretaris van de Raad.
Klagers zijn tevreden dat de Raad voor de Journalistiek hun verwijten aan de journalistiek serieus neemt, maar houden twijfel over de onafhankelijkheid van de Raad omdat daarin ook journalisten deelnemen, die het werk van vakgenoten beoordelen. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Raad instelde naar zijn functioneren in de ogen van klagers en verweerders.
De Raad voor de Journalistiek is een onafhankelijke instantie, waar men terecht kan met klachten over journalistieke activiteiten. De Raad is een orgaan voor zelfregulering voor de media.
Enkele resultaten van het ‘klanttevredenheidsonderzoek’ staan vermeld in het jaarverslag. Zo zeggen zowel klagers als verweerders dat zij liever zouden voorkomen dat zij tegenover elkaar komen te staan in een procedure bij de Raad. De vraag is of de Raad daarbij een adviserende of bemiddelende rol zou kunnen spelen.
Partijen zijn in het algemeen tevreden over de mate van professionaliteit; zij voelen zich serieus genomen zowel voorafgaand als tijdens de zitting. Voor verweerders geldt dat zij sommige klachten te licht vinden voor een uitgebreide behandeling en dat zij de indruk hebben dat de Raad wat al te formalistisch is. Met name klagers zeggen dat zij gebaat zouden zijn bij meer heldere informatie over de aard van de journalistieke mores die in het geding kunnen zijn.
Het onderzoek is gebaseerd op interviews en een enquête waaraan 52 klagers en 50 verweerders deelnamen.
De Raad zal zich beraden op de uitkomsten van het onderzoek en ook een antwoord zoeken op de vraag of en hoe hij kan bevorderen dat partijen tot een vergelijk kunnen komen, zodat een formele klachtbehandeling niet meer nodig is. Daarbij moet bedacht worden dat de Raad alleen klachten behandelt, nadat is gebleken dat partijen onderling niet tot een vergelijk komen. In veel gevallen handelen redacties klachten naar tevredenheid af.
Het jaarverslag is hier te lezen.