Informatie over aanvraag werktijdverkorting
Op zondag 15 maart 2020 zijn door de regering aanvullende maatregelen bekend gemaakt om de verspreiding van het Coronavirus in te dammen. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op en het is niet uit te sluiten dat de komende dagen of weken nieuwe maatregelen genomen worden. Vanuit het MMA-secretariaat zullen de leden de komende periode worden geïnformeerd over branchegerelateerde zaken die in deze bijzondere tijd voor de bedrijfsvoering van MMA-leden van belang kunnen zijn.
Zo is er bijvoorbeeld op de website van VNO-NCW veel informatie te vinden voor ondernemers onder de kop “Informatie over het Coronavirus voor ondernemers”. Wij wijzen onze leden graag op deze informatie die – waar nodig – meerdere keren per dag wordt geactualiseerd. Op deze website staat onder andere de navolgende informatie over de aanvraag van Werktijdverkorting.
Werktijdverkorting (wtv)
Ondernemers met verlies van werkuren vanwege het Coronavirus kunnen mogelijk werktijdverkorting aanvragen bij het ministerie van Sociale Zaken. Werknemers kunnen dan een beroep doen op een WW-uitkering. Na ontvangst van de vergunning voor werktijdverkorting moet de werkgever deze direct bij UWV melden. Daarna kan een WW-uitkering voor het personeel worden aangevraagd bij UWV.
UWV vergoedt achteraf dan de uren dat de werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode, voor de uren waarvoor een vergunning is ontvangen. Als de werknemers aan de voorwaarden voldoen, maakt UWV de WW-uitkeringen aan de werkgever over. Deze betaalt dus minder loonkosten, terwijl de werknemers wel volledig in dienst blijven. Een vergunning is steeds zes weken geldig.
Werktijdverkorting is niet mogelijk voor oproepkrachten en uitzendkrachten.
Loondoorbetaling tijdens de vergunningsperiode
VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN bevelen werkgevers aan voor wat betreft de loondoorbetaling tijdens werktijdverkorting om als de financiële positie van de onderneming het toelaat, het loon voor de niet-gewerkte uren gewoon door te betalen. Maar betaal ten minste door wat u achteraf, steeds na afloop van de vergunningsperiode van zes weken, in het kader van de wtv-regeling door het UWV vergoed zal krijgen. Dat is 75 procent voor de eerste twee maanden en 70 procent voor de periode daarna (over maximaal € 57.232 bruto op jaarbasis). Doe dit ook als werknemers onvoldoende WW-rechten hebben. De werkgever is overigens formeel vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht voor de uren die de werknemer in het kader van de werktijdverkorting niet werkt. Dat kan anders zijn als in cao of arbeidsvoorwaardenregeling is afgesproken dat het loon geheel of gedeeltelijk toch wordt doorbetaald.